DUURZAAM INVESTEREN: ‘VOORAL DE CONSUMENT HOUDT DE VOORUITGANG TEGEN’
Hoe kom je als duurzame ondernemer op de radar van een investeerder? Investeringsfonds CapitalT van Eva de Mol en Janneke Niessen richt zich op tech start-ups. In de ‘seed-fase’ hebben start-ups meestal het nakijken bij investeerders, niet bij CapitalT. Janneke Niessen, die zelf twee techbedrijven startte en beide verkocht, legt het uit in het magazine VINTÁÁÁGE.
In hoeverre zijn tech-investeringen trendgedreven? De afgelopen zes jaar zag ik een toename van duurzame initiatieven. Met name in climate tech zijn de investeringen enorm gegroeid, net als fondsen. Binnen climate tech bestaan veel categorieën waar veel geld naartoe gaat, denk aan energy, mobility en food. Ook is er een groei van circulaire initiatieven.
Als het gaat om mode, zien we steeds meer merken die prioriteit aan duurzaamheid geven. Bijvoorbeeld het repareren van kleding versus het weggooien ervan. Hierin hebben we ook zelf enkele investeringen gedaan. Bijvoorbeeld in Sojo, een bedrijf dat in Groot-Brittannië met Pledge to Repair inspeelt op reparaties en aanpassingen. We investeren in het Zweedse eComID, dat retouren wil verminderen door het aanmaken van ‘retourprofielen’ en die te koppelen aan een retourfee. Dus als een klant 10 bikini’s koopt en alles terugstuurt, moet die klant een retourfee betalen. Koopt iemand items zonder ze, of niet allemaal terug te sturen, dan betaalt die klant geen of minder geld.
Wat was in het geval van eComID jullie rol als investeerder? Het bouwen van een nieuwe retouren-technologie is een hele investering, dat gaat over merken heen. Ik bedoel dat zoiets niet door één merk ontwikkeld kan worden, want dan is er te weinig data om het goed doen. Techinvesteringen gaan echt naar techplatformen en niet naar een initiatief zoals een reparatiecafé. Het zegt niet dat zoiets niet belangrijk is, maar niet voor CapitalT.
Materiaalontwikkeling is interessant. Neem Circulr, gestart door Kim Lammers, gericht op de sportwereld. Ze recyclen onder andere bidons en shirts waar ze nieuwe draden van maken.
Duurzame (mode)bedrijven gebruiken milieu- en klimaatproblematiek – waar ze zelf fors aan bijdragen – vaak als verkoopargument voor ‘duurzamere’ producten. ‘De aarde gaat kapot. Koop onze spullen!’ Hoe gevoelig ben jij als investeerder voor dergelijke stemmingmakerij en de cijfers waarmee wordt geschermd? We investeren heel vroeg in bedrijven. Dan is er nog niks en daarom is een sterke visie voor ons heel belangrijk. Uiteindelijk kijken we wel of iets een commercieel succes kan worden. We doen onderzoek naar de desbetreffende markt en checken in hoeverre de claims juist zijn en of iets écht een probleem is. Zou een oplossing kunnen werken? Heeft het bedrijf groeipotentie? Al die informatie vormt voor ons de basis om een risico zo veel mogelijk af te dekken.
Verder investeren we bijna nooit in business to consumer maar in business to business – die bedrijven maken geen claims richting consument. Een gebied waarin we niets doen is carbon ofsetting, CO2-uitstoot met compensaties, omdat we dat te vaag vinden.
We investeren in veel verschillende bedrijven en hebben geleerd dat er meer manieren zijn om iets aan te pakken. Maar inderdaad, in het begin is er sprake van allemaal beloftes. In de core moet het uitgangspunt van het bedrijf goed zijn.
Benieuwd naar het hele interview met vragen zoals waarom talloze duurzame start-ups falen? Bestel VINTÁÁÁGE hier
